Sinds 2015 repareer ik, met behulp van het Maliproject uit Nederland, waterpompen in mijn omgeving. En dat is hard nodig.
Er zijn dorpen zonder schoon drinkwater of met nog maar een werkende pomp voor soms wel honderd huishoudens. Verder waren vrijwel alle nog werkende pompen gaar.
Even wat achtergrond.
In het district waar ik woon zijn 35 dorpen, verspreid over een groot gebied. Vrijwel alle dorpen hebben, of hadden, de beschikking over een hand aangedreven waterpomp.
De waterpompen zijn geplaatst in de periode tussen 1985 en 1987. Een project gefinancierd door de Wereldbank heeft een paar duizend waterpompen in mijn regio geplaatst, dit project was erg succesvol. Tegelijkertijd heeft men een netwerk van reparateurs opgeleid en een infrastructuur van onderdelen aangelegd. Men heeft Malinese fabrikanten ingeschakeld om de onderdelen lokaal te maken en in de vrijwel alle grote steden distributeurs van deze onderdelen aangesteld, zodat de reparateurs altijd de waterpompen konden repareren. Fijn, zou je zeggen. Maar ja, Afrika is niet altijd logisch.
Na 5 jaar het project begeleid te hebben vond de Wereldbank het project geslaagd en vertrok. Het systeem heeft hierna nog een jaar of 5 goed gewerkt. Totdat de Malinese regering, in al haar wijsheid, plots een enorme importheffing op staal nodig vond. Gevolg was dat het staal zo duur werd dat de lokale fabrikanten het niet meer lonend vonden om de onderdelen te maken. Het systeem, door gebrek aan onderdelen, klapte in elkaar.
Nu zijn de geplaatste waterpompen, van Indiase makelij, best goed, maar momenteel draaien de meeste pompen dus al bijna 30 jaar, waarvan 20 jaar zonder onderhoud. En dan kan een pomp nog zo goed zijn, na 20 jaar zijn er vele kapot.
De dorpen hebben dan een aantal opties. Logisch zou zijn dat ze de reperateur bellen om de pomp te repareren. Maar deze man kan alleen nog maar vrij duur de onderdelen uit India krijgen, en wil graag ook wat verdienen, dus de kosten voor de reparatie van de pomp zijn hoog. De dorpelingen kunnen of willen dit niet betalen, de pomp blijft kapot. Meestal word er dan met de hand een put gegraven waar dan met de hand water omhoog gehaald word. Deze putten vullen zich echter met vuil en dode dieren en het water is op zijn minst gezegd discutabel. Gevolg is veel ziekte, zeker ook onder de kinderen. Die dorpen die vlakbij de rivier wonen kunnen water uit de rivier halen, eigenlijk met dezelfde resultaten.
In 2014 kwam er een directeur van een school uit een dorp in de buurt bij mij, met het verzoek of ik hun waterpomp wilde repareren. Het hele dorp (Tintela) bestond uit 120 gezinnen en beschikte over 2 werkende waterpompen, beide nogal ver buiten het dorp. Een van die pompen had het nu ook begeven en de vrouwen en kinderen moesten naar de enige pomp, die op 2 km van het dorp stond, om water te halen. Ik ben toen op zoek gegaan naar een oplossing en naar onderdelen en heb na verloop van tijd beide gevonden. Na overleg met Addie en Kees v.d Sluis van het Maliproject in Hengevelde ben ik begonnen om alle waterpompen in de dorpen aan mijnkant van de rivier te repareren. Het Maliproject financierd de onderdelen, ik doe het werk. Omdat ik ook mijn eigen werk heb (ik ben bananen boer, camping houder, visboer en nog wel wat meer) kan ik daar niet al mijn tijd aan besteden en zo heb ik vrijwel elke zaterdag een waterpomp gerepareerd. En sommige pompen diverse malen omdat hij het weer begaf. Nu, eind 2016 ben ik daar mee klaar en ben ik begonnen aan de andere kant van de rivier.
Heel langzaam breid mijn werk terrein zich echter uit, steeds vaker komen er mensen uit nieuwe dorpen mij vragen of ik ook hun pomp wil repareren. Tja, een dorp zonder water laten, vind ik ook zowat, dus ga ik maar weer op pad.
Met dit project kan ik best wel wat hulp gebruiken. Natuurlijk financieel (kijk hier voor op www.maliproject.nl) of van iemand die eens een paar weken komt helpen. Of iemand die goede technische kennis heeft, vooral wat betreft de India pomp mark II, of gewoon iemand met goede ideeën.
Ondertussen ga ik gewoon door, want opgeven, nee, dat nooit.