Augustus-September 2014
In Augustus zette het regen seizoen gelukkig redelijk door. De regens waren niet zo heftig als vorig jaar maar de grond bleef vochtig. Als het door blijft zetten en niet te snel ophoud, zoals vorig jaar, kan de oogst misschien nog gered worden. Maar dat is niet in heel Mali zo. Vanuit het noorden komen berichten van nog steeds te weinig regen.
Het leven kabbelde rustig door. Begon met het begeleiden van de reparatie van de school gebouwen in Marena. 3 gebouwen staan daar. Eerste, tweede en derde cyclus heet dat hier. Zoiets als kleuterklas, lagere en middelbare school. Kinderen vanaf 6 a 7 jaar tot een jaar of 16.
Men heeft hier de gewoonte om de leeftijd van de kinderen te verminderen. Ik weet niet precies waarom, maar hoor vaak van kinderen dat als je ze vraagt hoe oud ze zijn, ze antwoorden met zeg 15, maar eigenlijk ben ik 16. Wellicht is dat om de kinderen een jaar langer thuis kan houden zodat ze thuis kunnen werken. Maar er is hier geen leerplicht dus die logica gaat niet helemaal op. Misschien belasting technisch. Iedere familie moet jaarlijks belasting betalen. Deze is afhankelijk van het aantal mensen in de family, ik neem aan dat kleine kinderen hier niet onder vallen. Op die manier zou je een jaar belasting kunnen uitstellen. Van de week kwam een oude baas hier wat werk doen. Tijdens een gesprek vroeg ik hoe oud hij was. 54 zegt ie. Ik dacht nog, hij ziet er oud uit voor zijn leeftijd. Iets later zegt ie, eigenlijk ben ik 10 jaar ouder. Kijk, als je werk zoekt en je geeft je echte leeftijd, vind ik als oud baasje niks. Dus heb ik er maar 10 jaar vanaf gehaald. En officieel bij het gemeentehuis laten veranderen. Zo gaat dat dus hier. Ik denk dat ik mijn leeftijd ook maar laat veranderen. 28 lijkt me wel wat….
Kwa toerisme was het rustig in Augustus. Was te verwachten daar de wegen hier naar toe niet al te best zijn. Die kunnen dan ook in een mum van tijd veranderen in een modderbad. Maar er is goed nieuws op dat front. De weg van Kayes ( ten noorden van mij) is nu vrijwel helemaal geasfalteerd. Er resten nog een paar kilometer, en een brug. Vooral dat laatste is een probleem. Het bouwen van die brug werd door Japanners gedaan ( de Chinezen bouwen de weg) en die Jappen hebben met de coup d’etat allemaal het hazenpad gekozen. Hun machines staan te verroesten en zullen, als ze ooit verder gaan, wel niet meer bruikbaar zijn. Nu komt de mooie teerweg van Kayes dus uit precies bij de rivieren driesprong, waar de Baffing en de Senegal rivier verder als de Senegal gaat. Daar moet je met een ferry over. De ferry eigenaar echter, zag, met het komen van de brug, zijn business in de toekomst al verdwijnen en heeft dus niet geïnvesteerd in onderhoud van zijn bootje ( wat hij waarschijnlijk sowieso niet had gedaan). De twee motoren die de ferry heeft zijn meestal kapot, de ferry wordt dan door 8 man met lange bamboe stokken naar de overkant geduwd. En dat gaat niet snel.
Laten we hopen dat de Japanners snel terug komen om de brug te bouwen, dan kan ik in 4 uurtjes naar Kayes rijden.
Tja, en dan de Ebola. Dat begint toch wel zorgwekkend te worden. De epidemie is in een aantal landen volledig uit de klauwen gelopen en ik kan me niet voorstellen dat men het daar kan houden. Mali is tot nu toe gespaard gebleven, dat geeft het de tijd om zich goed voor te bereiden. Of dat ook echt gebeurd, ik vraag het me af. Ik weet ieder geval dat er nog steeds handel met Guinea wordt gedreven, dus hermetisch zijn die grenzen niet gesloten.
Afrikanen houden van herrie. Het dorp Manantali ligt hemelsbreed 2 km bij me vandaan en als er een feest is ( vaker dan je vermoed hier in de bush-bush) staan de kopjes op tafel te trillen. Grote speakers, het volume op maximum. Vaak donke-donke muziek, geheel vervormd. Of als er weer eens een politieke partij langs komt, of er is een demonstratie van het een of andere wonder product, Het hele gebied moet er van mee genieten. Genieten doe ik er niet echt van, maar ik gun de mensen hun plezier.
Met de taal gaat het nog niet zo best. Ik doe er echt wel moeite voor hoor. Had een Engelse leraar gevraagd me les te geven, maar die vent is een nul. Na drie keer kwam hij niet meer opdagen.
Vooral Het tellen blijft een probleem, iets wat ik tijdens mijn reizen in de meeste landen vrij snel onder de knie had. Het probleem is dat tellen van dingen, en tellen van geld twee kompleet verschillende dingen zijn. Toen men hier de Franc invoer, was het kleinste muntje een 5 franc muntje. Dat zijn ze dan 1 gaan noemen. Dus als je 1 franc zegt, bedoel je eigenlijk 5. Vijftig franc of vijftig schapen zijn dus heel andere nummers. Tenminste, vijftig franc is hetzelfde getal als tien schapen. Daarbij komt nog het probleem van de verschillende dialecten. Aan mijn kant van de rivier word Malinquen gesproken, aan de andere kant Bambara, wat de hoofdtaal van Mali moet zijn. Algehele verwarring. Dan heb je nog eens dat vrouwen dingen anders zeggen dan mannen en de verwarring is kompleet. Een tot tien lukt me wel, maar dan wordt het moeilijker. Want men vermenigvuldigt eenheden bij het tellen. Duizend franc is bijvoorbeeld twee-keer-500, maar duizend schapen…pff, ik geloof niet eens dat ze daar een getal voor hebben.
Heb toch al wel een redelijke woordenschat opgebouwd, maar hele zinnen uitspreken blijft moeilijk.
Met het regenseizoen groeit het onkruid, voornamelijk het taaie hoge Afrikaanse gras, weelderig. Dat wordt dan met de hand kort gesneden maar dat schiet niet echt op. Als je je omdraait staat het er al weer. Heb een zeis laten maken waar het nu redelijk snel mee kort gewiekt kan worden. Maar een Afrikaan kan daar niet mee overweg, hoe vaak je het ook voor doet. Dus moet het allemaal zelf maaien, een hele klus. Er is echter hoop. Patrick en Greet, twee kennissen uit België zijn onderweg hiernaar toe met hun grote MAN truck en hebben een bosmaaier voor me in de auto. Kan niet wachten tot ze hier zijn.
Deed nog een tripje Bamako halverwege augustus. Nu niet met eigen vervoer maar met het boemel busje. Je geeft je leven in handen van een Afrikaanse chauffeur. Niet altijd een prettige gewaarwording maar je er over opwinden heeft geen enkel nut. Gaan zitten en met wat muziek in je oren wachten tot je er bent. Haalde mijn nieuwe paspoort op en kocht een verse Visa voor 2 jaar, hoef ik me daar voorlopig geen zorgen over te maken.
Liet een scan van mijn longen maken, omdat ze daar in Nederland twee vlekjes hadden ontdekt. Die waren duidelijk groter geworden op de nieuwe scan en besloot toch wat sneller naar Nederland te gaan dan geplanned. Die vlekjes zijn waarschijnlijk het gevolg van een bilharzia infectie maar dat moet in Nederland onderzocht worden.
Begin September kwam de waterleiding maatschappij weer eens met een verrassing. Ze hadden al eerder gedreigd alle wateraansluitingen aan deze kant van de rivier af te sluiten. Ik heb toen op zijn Afrikaans gereageerd. Iedereen die ik ken langs de Directeur gestuurd. Allen verzekerde mij dat het zo’n vaart niet zou lopen en ze nooit het water zouden afsluiten. Met gevolg dat er begin september een herhaling brief kwam dat het afsluiten nou toch echt nabij was. Besloot ter plekke niet meer op z’n Afrikaans te reageren maar op z’n westers. Met een forse brief naar de directeur in Bamako hoop ik ze nu op andere gedachten te brengen. De lokale directeur, die ik het eerst de brief overhandigde werd na het lezen er van helemaal rood ( zover je dat kan zien onder de zwarte huid) en moest pardoes de airco gaan aanzetten.
Als het echt toch zo ver komt dat ze de boel afsluiten weet ik niet goed wat ik ga doen. Ik zou kunnen investeren in een pomp met panelen en een drukvat maar dat zet me zo een flink aantal duizend Euro terug en eerlijk gezegd heb ik daar niet zo’n zin in. Voor mezelf kan ik water uit de rivier halen en filteren. Wassen in de rivier zelf is ook geen probleem. Maar voor het camping gedeelte, de groentetuin en alle aanplant van bloemen, jonge bomen, gras, papaja etc zie ik geen oplossing. Misschien moet ik dan wel de camping gaan sluiten. Alles zal dood gaan en twee jaar werk gaat verloren. Om nog maar niet te spreken over de investering in waterleidingen, douche gebouw, toeristen huisjes etc. Het geplande restaurant zal er niet komen en alle andere projecten zet ik dan maar in de ijskast. Afrika…niet altijd makkelijk.
Even erg is dat de tuin van de vrouwen dan ook zonder water komt, evenals de 6 of 7 tuinen van lokalen. Er wordt dan een hoop kapot gemaakt. En waarom? Ik heb nog steeds geen idee.
Boly, mijn werknemer, had al eerder aangekondigd dat hij vakantie wilde. Kon me er wel wat bij voorstellen, immers werkt hij al twee jaar voor me, op de vrije dag na, zo af en toe, had hij nog geen echte vakantie gehad. We spraken af dat hij de maand september vrij zou nemen, ik het onderhoud van de tuin zou doen en een jochie uit het dorp zou komen sproeien indien nodig. Zo gezegd, zo gedaan en moet zeggen, dat ging aardig goed. Vind de groentetuin er zelfs beter uit zien nu hij er niet is.
Mijn mais is ondertussen bijna op oog hoogte. Groeit goed. Ook de pinda’s en de bonen gaan goed. Jammer is dat de oogst waarschijnlijk zal moeten plaatsvinden als ik net in Nederland zit. Daar moet ik dan maar een oplossing voor zoeken.
Heb een nieuw hondje, deze keer Monster genaamd. Dit omdat het ding zijn bek niet dicht kan doen. Je weet het van te voren bij puppy’s, maar deze heeft wel een hele erge bijt tik. Het is verder een lief beestje hoor, en intelligent. Maar dus ondeugend. Van de week zat hij een kip achterna, met gevolg dat het beest zijn poot brak. Die heb ik nu afgezonderd in het kattenhok gezet, in de hoop dat de poot heelt. Anders wordt het toch kippenbouten over twee weken.
Net ging Monster er met mijn handdoek vandoor die hij even van het droogrek had afgesleurd. Ik werd boos en hij ging er vandoor, de handdoek bleef achter zijn scherpe puppy tandjes hangen. Hij sleepte het ding door de modder en toen ik het eindelijk te pakken had prees ik me gelukkig dat ik een wasmachine had.
Kreeg eind Augustus bezoek van John, een Engelse motor rijder. Die bleef een week en kwam weer helemaal bij. Een week na zijn vertrek kwam Graham, een Amerikaan die via het peace-corps anderhalf jaar in Benin had gezeten. Beide zeer sympathieke reizigers. Weer een week later een Zwitsers echtpaar, ach zo druppelt het door.
Het regen seizoen betekend normaal gesproken ook slangen tijd maar tot nu toe heb ik er niet een gezien. Gisteren echter liep ik de schuur in om een hark te pakken en zag ik, in mijn ooghoek wat bewegen. Toen ik keek ,zag ik een 2 meter lange zwarte cobra achter een stuk hout kruipen. Ben nog nooit zo snel de schuur uitgerend. Toen ik vijf minuten later terugkwam met een lange stok was de engerd nergens meer te bekennen. Hij moest zich in ieder geval nog wel in de schuur bevinden. Moet er niet aan denken dat hij iemand bijt, of nog erger, mij bijt.
Heb eerst een hele bus insecten spray geleegd in de schuur, de deur open laten staan en een camera op de ingang gezet. Helaas, het beest kwam die middag niet naar buiten. Heb de volgende dag de hele schuur voorzichtig leeg gehaald, bang dat er onder elke doos, stuk hout of werktuig een verrassing lag. Het heeft me de hele dag gekost en uiteindelijk niks gevonden. Het is me een raadsel hoe het beest binnen heeft weten te komen, ook een raadsel hoe hij weer weg is gekomen. Ik kijk voortaan extra goed voor ik de schuur in ga.
Eind september at ik mijn eerste eigese boontjes. Lekker, jonge dunne sperzieboontjes. De lokalen verklaarde me voor gek. Ze zijn nog helemaal niet uitgegroeid. Je kan ze zo echt niet eten. Je wordt ziek, een paar uitspraken die me naar het hoofd gegooid werd. Maar ik heb lekker gesmuld die avond.
Denk dat ik de komende weken er nog flink van kan eten, er staat minstens 50 kilo sperzieboon op mijn land. De rest laat ik uitdrogen en zo oogst ik bonen. Goed te bewaren en de kippen vinden ze ook lekker. Ook de mais zet goed door alhoewel er het een en ander al verloren is aan apen en koeien. Wat ik aan pinda’s ga oogsten, geen idee. Die zitten onder de grond dus geen idee hoeveel dat gaat opbrengen.
Wat wel makkelijk is hier in west Africa is dat het altijd hard gaat waaien voor het gaat regenen. Niet een zuchtje wind, maar echt waaien, uit het niets. De hele dag windstil om dan plots tekeer te gaan als een gek. Als de wind dus plots opsteekt weet je precies hoe laat of dat het is. Een blik naar het oosten bevestigd meestal donkere wolken. Alleen donkere wolken betekend meestal geen regen, maar woei en donkere wolken, das regen garantie. En zo ook op 21 september in de nacht. Ik had alles al binnen gehaald. Had al de hele avond lichtflitsen gezien. Alleen had ik niet alle ramen aan de oost kant dicht. ( de ramen aan de west kant zijn 365 dagen per jaar open, hoe hard het ook stormt, er komt nooit een spatje binnen). Om half drie in de nacht werd ik wakker van de wind. Als een gek slaapdronken uit bed gesprongen. Nog snel een tafel naar binnen gesleurd die weg dreigde te waaien en toen ik het laatste raam dicht gooide brak de hel los. 40 mm regen in een uur, bah bah.
De volgende ochtend bleek 5% van mijn mais omgewaaid te zijn, twee bananen bomen met wortel en al op de grond te liggen en een tomatenplant omgeknakt.
Iedereen praat op het eind van September over de komende feestdag : Tabaski. Geen idee waar het feest voor is maar het wordt groots gevierd. Misschien wel groter dan het eind van de Ramadan. De nodige schapen en geiten worden weer geslacht, de prijzen van alles gaan een week voor het feest omhoog. Niet aanwezig geld wordt weer gespendeerd aan nieuwe kleren en schoenen, enfin, 5 oktober wordt dus weer een schrans partij. Ontkom niet om ‘mijn’ dorp Dialakoto te bezoeken. Dat betekent met een hele troep mensen van hut naar hut om overal een paar lepels te eten. Er wordt dan een grote schaal met rijst erop geserveerd, op de grond. Boven op de rijst, die vaak met vermicelli erdoorheen is gekookt, liggen dan wat botten met stukjes taai vlees er aan, misschien wat blaadjes witte kool en wat ui. Hoppa, met z’n alle graaien uit de pot, ik als enige met een lepel. De mensen vinden het een eer als je komt eten, ikzelf zie er niet echt naar uit.
Op vrijdag 27 september rond 12 uur stond plots de ‘chef de zone’ van de waterleiding maatschappij op de stoep. Of ik maar even wilde komen praten op zijn kantoor, de directeur was er. Dus ik snel mijn schone goed aangetrokken en naar het bureau gesneld. Daar zat een wat paffige directeur die zichzelf duidelijk erg belangrijk vond. Er kwamen 7 andere mensen bij zitten, een paar er van kende ik, een paar waren waarschijnlijk uit het hoofdkantoor. Wist niet goed wat ik er van moest denken. Denk, ik laat het wel over me heen komen. Paffie opende de ‘ vergadering’ en begon, uiteraard in Frans, zijn betoog. Ik kan lang niet alles volgen maar er kwam in eerste instantie een hoop blabla uit zijn mond. Toen nam hij de brief die ik gestuurd had ter hand. Ik vond het een zeer correcte brief, maar mijnheer Paffie was duidelijk zeer ontstemd. Dit was een erg agressief schrijven, vond hij. Hij heeft duidelijk nog nooit een boze brief van me gehad. Enfin, er werd een hoop gewauweld, Malinezen zijn daar meester in. Het kwam er echter op neer dat Paffie een beslissing genomen had, en hij daar bij bleef. Alle waterleiding connecties zouden worden afgesloten. Punt. En nu is het tijd om te gaan bidden, melde hij aan zijn ondergeschikten. Ik kon een aantal venijnige opmerking nog maar net inslikken.
Nu heb ik dus een groot probleem. Zonder water is er niks. Nu woon ik wel aan de rivier, maar mijn hele waterleiding systeem is gebouwd rond de waterdruk die ik had en waarschijnlijk niet meer terug zal krijgen. Moet nu gaan beslissen of ik de boel de boel laat of opnieuw ga investeren in een nieuwe water opzet. Maar laat ik eerst maar eens een paar dagen mijn moordneigingen tot bedaren laten komen.
Dit betekend ook dat de tuin voor de vrouwen van Dialakoto ten dode is gedoemd. Ik heb daarvoor geld van bekende, vrienden en familie bij elkaar gesprokkeld. Dat geld is nu dus eigenlijk een waardeloze investering gebleken, en dat vind ik heel erg. Uiteraard ook voor de mensen van het dorp Dialakoto.

